Goed voor bloemen en bijen, op Zevenellen en verder

Wie langs Duurzaam Multifunctioneel Bedrijvenpark Zevenellen rijdt, ziet naast de eerste nieuwvestigers, ook volop gras, bloemen en andere planten. ‘Wat is dat voor ‘drek’?’ horen we wel eens. Deze ‘groei en bloei’ hebben een functie. Momenteel zet Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg BV (OML) 11 hectare grond in voor meer biodiversiteit. Met dank aan lokale agrariër Rob Vissers uit Haelen. Rob: “Mooi om zo biodiversiteit op Zevenellen bij te houden. Zo hebben we – OML, ik én de omgeving – er allemaal wat aan.“

Rob Vissers uit Haelen pachtte zo’n vijftien jaar lang de OML-gronden op Bedrijvenpark Zevenellen. Rob: “Al vanaf het moment dat bekend was dat er een bedrijvenpark zou komen. Dat deed ik samen met OML. Sommige delen waren wei en gebruikte ik voor gras en hooi voor de schapen. Andere delen gebruikte ik voor akkerbouw.” Met het bouwrijp maken van het terrein voor het bedrijvenpark, enkele jaren geleden, kwam daar een eind aan. Maar niet voor lang. Met dank aan Coöperatie 7-LL, een van de nieuwvestigers op Duurzaam Multifunctioneel Bedrijvenpark Zevenellen. In afwachting van de start van hun bouwwerkzaamheden wilden zij de grond duurzaam inzetten. Braak liggen kan altijd. De Coöperatie legde een lijntje naar Rob voor het bewerken van hun kavel.

Rob Vissers: “Van daaruit kwam weer contact met OML.” Op twee kavels zijn bedrijfsactiviteiten zichtbaar: van DIMASS Group en Jan Verhoeven Recycling. Maar er zijn ook diverse bedrijfskavels die nog niet bebouwd worden en een enkeling die nog niet verkocht is. John Giesen, gebiedsontwikkelaar OML: “Die percelen gebruikt Rob nu weer. Dan hebben we het over zo’n 11 hectare grond. Ongeveer een kwart van onze 48 hectare op Bedrijvenpark Zevenellen. Een goede omgeving om in te ondernemen. Duurzaamheid en circulariteit zijn daarbij belangrijk voor ons. Zowel wij als Rob hebben oog voor biodiversiteit. Dat maakt het voor ons zo waardevol om met Rob samen te werken. OML werkt overigens zoveel mogelijk met lokale en regionale partijen samen. Zo helpen we elkaar.”

Biodiversiteit hoort erbij
Wat maakt het beheren van gronden op Zevenellen voor lokale agrariër Rob zo interessant? Daarover is Rob kort en krachtig: “Een betere grond levert ook een betere oogst. Biodiversiteit hoort daarbij.” Het maakt inmiddels standaard onderdeel uit van de bedrijfsvoering van Maatschap Vissers. Twee neefjes helpen daarnaast regelmatig mee op het bedrijf.

Maatschap Vissers teelt onder andere de Limburgse Première aardappelen. Wie weet heeft u wel eens verse friet van deze heerlijke aardappelen gehad. Rob: “Naast aardappelen telen we ook bieten, graan en maïs en hebben we schapen die zorgen voor de begrazing op onder andere diverse dijken. Ook dat draagt bij aan de biodiversiteit,” vertelt Rob. “Het was wel een omschakeling in mijn hoofd, maar ik geloof in het belang van biodiversiteit. Bij de teelt van onze gewassen zorgen we voor wisseling van gewassen op een perceel én het stimuleren van biodiversiteit. Onder ander door het inzetten van bloemrijke akkerranden. Ik vind het mooi als ik bloemen zie staan. Die wisseling van gewassen zorgt voor een beter bodemleven.” Zo zaaide Rob na het oogsten van de tarwe op zijn eigen percelen, een groenbemestermengsel. Zo blijft de grond het hele jaar bedekt. Hierdoor is het beter bestand tegen invloeden van het weer. Klimaatbestendig.

Grond van nature weerbaarder
Rob vertelt enthousiast verder: “Met een beter bodemleven zie je ook meer gravers zoals wormen. Die gravers maken gangetjes in de bodem. Hierdoor kan het water na een regenbui sneller weg op het land. Meer leven in de grond maakt de grond van nature weerbaarder. Dat vraagt om minder mest. De grond is losser. Dat is weer beter voor de waterberging en hoef ik minder of zelfs niet te beregenen. Een beter bodemleven en bodemstructuur is ook goed voor de groei van gewassen en brengt ook een betere opbrengst.”

“Grond is mijn duurste goed. Ik werk continu aan een beter bodemleven”, vervolgt Rob. “Op al mijn eigen gronden en nu ook weer op Zevenellen.” Daarbij kiest Rob bewust voor zogenaamde niet-kerende grondbewerking (NKG) oftewel niet ploegen. Dat draagt bij aan duurzaam bodembeheer. NKG houdt in dat de bodem zo minimaal mogelijk verstoord wordt. Dat zorgt ervoor dat de organische stof, essentieel voor een vruchtbare bodem, in de bovenlaag blijft. Een betere bodem leidt tot een betere waterinfiltratie en minder droogte problemen.

Natuurwaarde
“Op mijn eigen gronden doe ik, net zoals op Zevenellen, aan natuurwaarde.  Zo heb ik op percelen bewust stroken met  bloemenmengsels. Die mengsels trekken veel verschillende insecten en daarmee ook vogels aan. Natuurlijke vijanden, die schadelijke insecten in de naburige teelten kunnen bestrijden.  Zo zijn er bijvoorbeeld minder luizen en hoef ik minder te spuiten. Daarnaast doe ik aan patrijzenbeheer.” Op Zevenellen doet het lokale Faunabeheer dat. Rob: “Zevenellen is voor mij een aanvulling op die natuurwaarde.“

Zevenellen en verder
Maar waarom werkt hij aan biodiversiteit op Zevenellen? Zeker als je je bedenkt dat het niet zijn eigen grond is, er geen akkerbouwgewassen op staan die oogst opleveren én het onduidelijk is tot wanneer hij het kan gebruiken met oog op de bouwactiviteiten. Je zou zeggen, reden te over om daar niets te doen. “Toch heeft het zeker meerwaarde”, aldus boer Rob.  “Grondverbetering kost inderdaad tijd. Dan heb ik het niet over een jaar, maar over jaren. Maar het  mengsel dat we nu inzaaien op Zevenellen heeft, ook al voor de korte termijn, rendement.”

Het mengsel, TerraLife- AquaPro genaamd, dient als groenbemester. Het bevat onder andere zonnebloem, olievlas, haver en facelia. Dat is voor verbetering van de bodem én vooral ook met het oog op biodiversiteit. “Noem het maar de bloemetjes en de bijtjes”, vervolgt Rob. “In dat mengsel zitten verschillende soorten planten en bloemen. De ene plant heeft meer water nodig. De ander kan beter tegen droogte. Zo komt er altijd wat uit en is er diversiteit.“ Met zo’n groenbemester voorkom je ook uitspoeling van grond. Hierdoor blijven mineralen beschikbaar voor de vegetatie.

“Die bijtjes en andere insecten vliegen ook naar de andere kant van het spoor. Daar heb ik  meer percelen. Dat rondkruipen en rondvliegen is een meerwaarde die niet alleen voor mij geldt, maar ook voor de verdere  omgeving. Insecten stoppen niet op een plek. Zo maken bijen uit de nectar van de bloemen weer ergens anders honing.”

“Het zaaisel dat nu groeit en bloeit doet  met alle zaden  mooi dienst als wintervoedsel voor dieren in de omgeving. Maar misschien zaai ik nog gras in wat ik straks weer aan mijn schapen kan voeren.  Dat hangt ook samen met wanneer de bouw start. Het is iedere keer de vraag wat ik doe. Daarbij zoek ik  de lokale samenwerking op. Zo ben ik onder andere in overleg met Natuurrijk Limburg over wat in te zaaien voor de winter.“

‘Probeer het in de buurt te houden’
Die samenwerking tussen lokale en regionale bedrijven is  iets wat OML en Maatschap Vissers verbindt. Binnen het akkerbouwbedrijf gebruikt Maatschap Vissers de mest van de melkveehouderij van Jacques Van Melick uit Neer. De koeien op deze boerderij worden weer gevoerd met het aardappelrestproduct dat bij Bex BV ontstaat tijdens het verwerkingsproces van de aardappelen. Onder andere van aardappelen die Maatschap Vissers levert aan Bex BV. Een goed voorbeeld van circulaire landbouw. Zoals Rob ’t zegt: “Probeer het in de buurt te houden.”

Zo werken OML, Maatschap Vissers én aannemers op Zevenellen ook op andere terreinen samen. Als er maai- of klepelwerk nodig is, bijvoorbeeld met het oog op nutsvoorzieningen, weten zij Rob  te vinden. Rob: “Ik verricht allerlei hand- en spandiensten op Zevenellen. Zelfs in het weekend. Ik ben altijd bereikbaar.”

Rob: “Voor nu hebben we een mooie win-win te pakken.  Toch mooi om zo biodiversiteit op Zevenellen bij te houden. Zo hebben we, OML, ik én de omgeving, er allemaal wat aan. “
Duurzaam en circulair.